Topfotografe Patricia Steur: “Geluk is doen waar je zin in hebt”
“Pap, mag ik je camera even lenen?” Met die vraag begon de loopbaan van een van Nederlands meest gelauwerde fotografen. Op het strand van Scheveningen ontdekte Patricia Steur de fotografe in zichzelf. Niet lang daarna ontdekten ook anderen haar talent. Ze maakte naam als rock- en glamourfotografe, maar die typering is allang niet meer toereikend. Patricia blijft haar grenzen verleggen: “Je moet kansen wel herkennen als ze zich voordoen.” Het is onmogelijk om een fotoboek van Patricia Steur (1948) snel door te bladeren. Bij elke foto sta je vanzelf even stil. Je bent getuige van een bijzonder moment, van die ene seconde dat alles op zijn plaats valt. De portretten van Steur zijn intrigerend, indringend en smaakvol. In haar boek Selected Portaits droom je mee met Chris Isaak, sta je oog in oog met een rebelse Anouk, ben je terug in de tijd van Saterday Night met Herman Brood. “Die momenten kunnen me zielsgelukkig maken,” vertelt Patricia in haar studio in Kockengen. “Dat moment tijdens het fotograferen waarop alles staat. Het licht is goed, de make-up is klaar en je kunt je helemaal bezighouden met de persoon voor je. Er is niets anders meer dan dat. Het is een vorm van meditatie. Alle spanning valt van je af en nog voordat je de foto heb gemaakt, weet je dat je ‘m hebt. Dat is elke keer weer een kick.” Dutch Beauty. Spanning? Het klinkt bijna grappig uit de mond van een fotografe met zo’n staat van dienst. Met zoveel opdrachten, projecten, fotoboeken en exposities op haar naam, en zoveel erkenning in binnen- en buitenland, inclusief de prestigieuze Grote Paul Prijs. Heeft zo iemand nog last van spanning? Patricia: “Jaaaa! Maar dat is ook goed, daardoor blijf je alert. Het resultaat komt ook niet alleen door mij tot stand. Het is altijd een wisselwerking met degene die ik fotografeer. Vaak bedenk ik pas op het moment zelf hoe ik het ga aanpakken. Laatst had ik hardrockzangeres Sharon van Within Temptation. Toen ze de studio binnenkwam, had ik nog geen idee. Dan ben ik heel blij dat de make-up een uur duurt. Toen zag ik het opeens voor me. Ik wilde haar drijvend in een sloot fotograferen, in een witte jurk met allemaal waterlelies om haar heen. Het was best koud, maar gelukkig vond ze het een te gek idee. Helaas bleek de sloot hierachter wel erg modderig. Toen kwamen we op het idee om een opblaaszwembadje bij Blokker te kopen. Met zwarte doeken op de bodem, water uit de kraan en waterlelies lijkt het of ze in een echte sloot ligt.” Patricia springt op om het resultaat te laten zien: de foto is adembenemend mooi. Het is een van de foto’s van het project waaraan de fotografe momenteel werkt: Dutch Beauty, een serie portretten van Nederlandse vrouwen, bekend en onbekend, met een uitgesproken passie. Patricia: “Die passie wil ik in beeld brengen, maar niet op een voorspelbare manier. Dus geen zangeres achter de microfoon of een pilote in de cockpit. Het leuke van dit project is dat ik het helemaal zelf mag invullen, ik doe dat wel in overleg met het model. Als Sharon het niets had gevonden, was er iets anders ontstaan.” Photoshop. Wat vindt ze eigenlijk zelf van de typering rock- en glamourfotografe? Patricia, lachend: “Tja, ik heb het zelf niet bedacht, maar ik heb inderdaad veel rock & roll gedaan. Ik ben daarmee begonnen vanuit mijn fascinatie voor muziek. Daarna kwamen ook andere artiesten en celebrity’s. Ik zorg er altijd voor dat mensen er goed op staan. Dat wordt glamour genoemd, maar ik ben er niet op uit om alleen maar een mooi plaatje te schieten. Ik denk ook niet in termen van mooi of lelijk. Als ik naar iemand kijk, zie ik geen rimpels of poriën, of wat dan ook. Ik zie een soort holistisch beeld. De indruk die ik van iemand hebt, dat is wat ik fotografeer. Natuurlijk registreert een Hasselblad (fotocamera) haarscherp alle rimpeltjes en oneffenheden, maar dat kunnen we natuurlijk altijd verzachten met photoshop. Dat doe ik wel met mate, ik wil nooit een barbiepop van iemand maken.” Bijzondere tatoeages. Andy Warhol, Patty Brard, Ayaan Hirsi Ali, Manuela Kemp, Freddie Heineken, Jimmy Vaughan, Barry Hay, Rodrigo Otazu, Theo van Gogh, Prins Bernhard en The Cure; Patricia heeft de meest uiteenlopende personality’s voor haar lens gehad. Toch is ze zelf minstens zo bekend geworden met haar foto’s van onbekende mensen: inheemse volkeren met tribal tatoeages. “Mijn liefde voor tatoeages is me bijgebracht door Henk Schiffmacher (haar eerste echtgenoot). Vooral de geschiedenis ervan vond ik interessant. Twintig jaar geleden ben ik begonnen met het fotograferen van de tatoeagecultuur op de Filepijnen. Die was aan het uitsterven, daarom wilde ik het vastleggen. Daarna volgden Thailand en Indonesië. Op uitnodiging van Gordon Toi Hatfield, een wereldberoemd Maori-kunstenaar uit Nieuw-Zeeland, kwam ik in contact met de Maori’s. Hun tatoeages zijn bijzonder omdat ze de drager een bepaalde verantwoordelijkheid geven. Elke tatoeage heeft zijn eigen betekenis. Sommige brengen de verplichting met zich mee dat je naar andere mensen luistert en hun problemen oplost. Het is een ongeschreven wet, maar het werkt wel. Wie eenmaal zo’n tattoo heeft, ligt niet meer met een fles whisky in de goot. Het feit dat ik de Maori’s mocht fotograferen is uniek voor een westerling. Ik werd daar alleen geaccepteerd door toedoen van Gordon. Hij is degene die alle tribal tatoeages in zijn stam ontwerpt en uitvoert. Daarnaast heeft hij wereldwijd al heel wat mensen van een tatoeage voorzien. Van Ben Harper tot aan Johnny de Mol, maar ook onbekende mensen; hij heeft een enorme wachtlijst.” Patricia’s foto’s van de Maori’s zijn gebundeld in het boek Dedicated by Blood. Ze gaat nog elk jaar naar Nieuw-Zeeland en werkt momenteel aan een tweede deel van Dedicated by Blood. Smoes. Begin jaren zeventig maakte Patricia haar eerste foto. Weet ze nog welke? Grijnzend: “Zeker, mijn eerste foto was van een verlaten strandbankje in de mist. Ik had de camera van mijn vader geleend, eigenlijk was dat een smoes om thuis even weg te kunnen. Toen ik op het strand van Scheveningen liep, heb ik maar wat foto’s gemaakt. Een paar weken later ben ik teruggegaan om een bevriend muziekbandje te fotograferen. Ik heb ze voor een bunker op het strand gezet. Toen ik door de lens keek dacht ik: wacht eens even, dit is leuk. Ik vind het nog steeds een wereldfoto. Vanaf dat moment waren de camera en ik onafscheidelijk. Ik ging naar concerten met de camera om mijn nek. Dat was best bijzonder in die tijd: een meisje met een camera. Daarom mocht ik meteen vooraan staan en achteraf mee backstage. Daar zagen me eerst voor een groupie aan. Bij een volgend concert heb ik mijn foto’s laten zien. Zo werd ik al snel serieus genomen en kreeg ik steeds meer opdrachten.” Kansen zien. Geluk is voor Patricia Steur kunnen doen waar je zin in hebt én kansen benutten. “Maar je moet kansen wel herkennen als ze zich voordoen,” zegt ze erbij. “Eigenlijk noemde ik mezelf al fotografe voordat ik het feitelijk was. Ik had dat als beroep opgegeven bij de aanvraag van mijn paspoort. Toen ik het zwart op wit zag staan, vond ik dat ik er ook iets mee moest doen. Dat werkt. Ik geloof erin dat dingen gebeuren door ze hardop te zeggen. Zo heb ik vaak gezegd dat ik de dalai lama wilde fotograferen, en dat is ook gebeurd. Nu roep ik regelmatig dat ik Eddy Vedder van Pearle Jam wil fotograferen. Ik doe er verder geen moeite voor, maar het gaat vast een keer gebeuren.” Meer foto’s van Patricia Steur zijn te bekijken op: www.patriciasteur.com Topics, magazine StarJob, november 2008, reclamebureau: Campaigns&Results, foto’s Patricia Steur, tekst: Moniek Moorman |