De veel bekroonde kinderboekenschrijver Paul Biegel (80 jaar) is zo lang hij zich kan herinneren geboeid door treinen.
Bussum 1931. Het was de tijd van de stoomtreinen én de tijd waarin Paul Biegel zijn passie voor treinen ontdekt. Hij herinnert het zich nog als de dag van gisteren: “Ik woonde in Bussum en mijn oudere broer nam me regelmatig mee achterop de fiets naar het viaduct, wat nu het station Bussum-Zuid is. Hij zette me met mijn beentjes over de rand en dan wachtten we samen tot de trein kwam. Al die rook en dat enorme lawaai! Ik vond het ontzettend griezelig en ook heel fijn natuurlijk.”
Gooilijn. Iets later in zijn jeugd ging Paul Biegel vaak zelf met de trein. “Eerst met mijn moeder naar het kantoor van mijn vader in Amsterdam. Dat vond ik altijd een belevenis. Toen ik iets ouder was, ging ik vanuit Bussum naar school in Amsterdam, het katholieke gymnasium. Vanuit de trein keek ik dan naar de verschillende soorten locomotieven en de internationale treinen met hun gekleurde wagons en slaapwagens.
Ik ging ook wel eens logeren bij een tante in Haarlem. Je had toen van die ‘stofzuigertreinen’ – de officiële naam is Blokkendoos – die toen al 120 km per uur reden. Dat vond ik formidabel. In het begin van de oorlog is er een start gemaakt met de elektrificatie van de Gooilijn. Dat proces volgde ik op de voet, thuis vertelde ik dan opgewonden hoe ver ze gevorderd waren. Het is vooral de technische kant die me boeit, de werking van de wissels, de vonken op de rails. Maar ook het reizen per trein zelf.”
Jongensdroom. Anno nu is Paul Biegel nog steeds dol op treinen. Hij gaat liever met de Thalys naar Parijs dan met het vliegtuig: “Ik reis vaker met de trein dan vroeger omdat ik de autobaan niet meer zo prettig vind. Ik ben zelf ouder en het verkeer is drukker. Naar vrienden in Zeeland ga ik ook altijd met de trein. Dat is perfect! Ik kreeg laatst de unieke kans om met mijn broer mee te rijden voorin bij de machinist, ‘op de bok’. Dat was echt een jongensdroom die uitkwam! Voor ons allebei.”
<streamer> ‘Als jongetje had ik natuurlijk speelgoedtreintjes, maar vooral echte treinen fascineerden me ongelooflijk.’
NS Jaarverslag 2004, reclamebureau: Dart Design, tekst: Moniek Moorman
Gerelateerd
|