Sef (9) en Charles (11) van Vlijmen weten alles van treinen. Ze reizen vaak per trein en hun vader is directeur van het Nederlands Spoorwegmuseum.
De broertjes Sef en Charles hebben er al heel wat treinkilometers opzitten. Die maken ze vooral in de weekenden. Naar vrienden in Limburg, de neefjes in Amsterdam en het Openlucht Museum in Arnhem. Ook zijn ze met de Thalys naar Disneyland Parijs geweest. “Dat was echt leuk,” straalt Sef. “En je staat tenminste niet in de file,” vindt Charles.
Verbouwing. Het gesprek vindt plaats vlakbij het Nederlands Spoorwegmuseum in Utrecht, dat momenteel verbouwd wordt. Op de achtergrond werken 147 mensen aan de grootscheepse renovatie van het hoofdgebouw en tal van gloednieuwe attracties. In dit stadium zijn de contouren van een grootser en verrijkt museum al duidelijk zichtbaar. De officiële opening staat gepland voor juni 2005. Directeur Paul van Vlijmen is er druk mee, volgens zijn zoons is hij echt de hele dag aan het bellen. Het nieuwe museum wordt volgens hen wel veel gaver. Charles: “Je kunt straks nog meer bijzondere treinen zien, maar er is ook veel meer te doen.” Sef: “Ik vind het knap dat hij dat allemaal kan bedenken.”
Gewoon leuk. Sef en Charles reizen graag per trein. Sef vindt het gewoon leuk, Charles kan er echt van genieten: “Mijn broertje wordt ook altijd ziek in de auto, daarom is de trein beter voor hem. Maar de trein is alleen leuk als het niet regent.” Sef: “Hoezo? We zijn toch geen watjes!” Daar zijn de broers het over eens. Sef vindt oude stoomtreinen het mooist. Zijn oudere broer vindt die wat te langzaam gaan: “Ze zien er wel mooi uit, maar moderne treinen gaan veel sneller. De Japanse kogeltrein is de snelste trein van de hele wereld, maar die rijdt helaas alleen in Japan.” Later willen ze misschien ook wel wat met treinen gaan doen. Maar het kan ook politieagent worden, of voetballer. Sef: “Mogen we nu gaan computeren?”
<streamer>Sef: “In de trein kun je echt genieten. Het gaat lekker snel en het is leuk om uit het raam te kijken.”
NS Jaarverslag 2004, reclamebureau: Dart Design, tekst: Moniek Moorman
Gerelateerd
|