Journalist, schrijver en televisiepresentator Cornald Maas heeft net zijn nieuwe boek ‘Verlies’ gepresenteerd, een serie indringende interviews met mensen die een dierbare zijn verloren. Half oktober begint hij weer met de presentatie van het kunst- en cultuurprogramma Opium. Een gesprek over de dood, bekend zijn en keuzes maken.
Met haastige stappen komt Cornald Maas Café Americain binnen. “Sorry dat ik laat ben, dat is niets voor mij,” verklaart hij zijn twee minuten verlate komst. “Mijn boek is deze week uitgekomen en dat brengt veel ruis met zich mee. Ook leuke ruis, maar wel véél ruis. Bovendien hebben de omroepbladen deze week hun deadline. Opium begint binnenkort weer en ik heb verschillende omroepbladen te woord gestaan, de TrosKompas, de VARA GiDS, de Avrobode en diverse radioprogramma’s.”
Maas is een rappe prater die alleen door de ober afgeremd lijkt te kunnen worden. Als de ober toestemming vraagt om het kaarsje op tafel aan te steken zegt hij: “Hé ja, een en al herfstige knusheid. Waar waren we gebleven? Hoe de eerste reacties op mijn boek waren? Die hebben me wel verbaasd. Ik heb al vaak moeten uitleggen waarom de dood een onderwerp is dat je niet moet laten rusten.” Gelukkig is Cornald Maas bereid om dat nog een keer te doen.
Eenzaam. “De dood is het enige onderwerp waarmee iedereen onherroepelijk te maken krijgt. Dat geldt niet eens voor het huwelijk, echtscheiding of kinderen krijgen. We praten overal over, waarom zou je dat dan niet doen over iets dat zo onlosmakelijk met het leven verbonden is? Vanochtend in het radioprogramma van Mieke van der Weij en Peter de Bie werd mij wéér gevraagd waarom je de dood moet bespreken. Of het niet vervelend is om iemand die een dierbare heeft verloren steeds weer te vragen: Gaat het wel met je? Mijn pleidooi is dat iemand heus zelf wel kan aangeven als hij of zij er even niet over wil praten. Verzwijgen is veel erger. Dat weet ik uit eigen ervaring, van de interviews en van mensen om me heen. Laatst vertelde een goede vriendin dat ze ongeveer acht maanden na de dood van haar man op vakantie ging met een gezelschap waarvan bijna niemand haar man had gekend. Juist omdat er geen enkele vorm van gedeelde ervaring was, voelde ze zich ontzettend eenzaam. Veel mensen zijn bang voor het verdriet en de tranen van een ander. Dat begrijp ik niet zo goed.”
Geen tranen. De gesprekken in het boek Verlies verschenen al eerder in Volkskrant Magazine en LINDA. Het zijn openhartige interviews met uiteenlopende bekende en minder bekende mensen. Susan Visser die haar man Roef Ragas verloor, Halina Reijn over haar overleden vader, de moeder van Frédérique Huydts over haar dochter. Stuk voor stuk aangrijpende verhalen, mooi sober opgetekend door Cornald Maas. Alle emoties komen aan bod, verdriet, woede en eenzaamheid, maar ook berusting en hoop. Toch moeten die gesprekken emotioneel zwaar zijn geweest. “Er zijn wel wat tranen geplengd, maar ik vind het niet erg als er gehuild wordt. Daar schrik ik niet van.” Moest hij zelf wel eens huilen? “Ik zou het niet erg vinden, maar het gebeurt niet. Misschien komt dat door mijn manier van werken. Niet dat het me niet aangrijpt, maar ik laat tranen niet zo makkelijk toe.”
Integer. Wilde iedereen meewerken of zijn er ook mensen die nee hebben gezegd? “Jeroen Pauw. Zijn beide ouders zijn overleden, maar zijn relatie met zijn moeder was redelijk ingewikkeld. Dat maakt het wel interessant voor een interview, jammer genoeg wilde hij niet. De moeder van Frédérique Huydts heeft er lang over nagedacht. Ze was heel behoedzaam, ook tijdens het gesprek, maar ze was uiteindelijk blij met het resultaat. Binnenkort ga ik René Froger interviewen over het verlies van zijn ouders, de serie loopt nog door in LINDA. Het scheelt wel dat veel mensen mij van televisie kennen, maar het belangrijkste is dat je integer te werk gaat. Als iemand iets niet in de tekst wil hebben, dan komt het er niet in. Ook al is het wel gezegd. Natuurlijk vecht ik voor mijn verhaal, maar niet met het mes op de keel. Die mensen moeten weer door met hun leven, ik schrijf de week daarop weer een ander stuk.”
Bekende Nederlander. Door zijn werk op televisie – de presentatie van het programma Opium, zijn optredens als tafelheer in De Wereld Draait Door en niet te vergeten als commentator van het Songfestival is Cornald Maas een aardig bekende Nederlander geworden. Hoe ervaart hij dat? “Vooral in de tijd van het Songfestival moest ik daar erg aan wennen. Hier in Amsterdam staren mensen je niet zo snel aan, maar als ik in Brabant carnaval vier, word ik er wel eens moe van. Iedereen spreekt je aan. En als je eenmaal op tv bent word je overal voor gevraagd.” Grijnzend: “Ik ben bijvoorbeeld benaderd om samen met Patty Brard in de jury van K2 zoekt K3 te gaan zitten. Laatst werd ik nog gebeld door de redactie van Let’s Dance of ik als travestiet Britney Spears wilde vertolken. Het idee! Kennelijk heb ik door het Songfestival de indruk gewekt dat ik de man van het lichte entertainment ben. Opium past beter bij me. Ik ben blij dat het binnenkort weer gaat beginnen.”
Opium. Het wordt het tweede seizoen van Opium, het kunst- en cultuurprogramma van de AVRO. Is Cornald ook bij de samenstelling betrokken, net als destijds bij De Schreeuw van de Leeuw en het programma De Plantage? “Ik ben niet de eindredacteur, maar alles geschiedt wel in nauw overleg met mij. Ik vind het belangrijk dat het programma echt van mij is. Bij de uitzendingen op het Oerol Festival is dat goed gelukt. Die kant wil ik verder opgaan.” Maas weet nog niet of hij het Songfestival weer gaat doen, daarover is hij nog in onderhandeling. “Als ik de volledige vrijheid krijg en mijn gang kan gaan, wil ik het wel weer doen. Al is het alleen al omdat ik nu zes jaar commentaar doe zonder enig resultaat voor Nederland. Met een goed nummer zou Nederland ver kunnen komen. We zouden wel een risico moeten durven nemen, bijvoorbeeld Stevie Ann met een gitaar of Nynke Laverman met een fadoachtig lied. Ik geloof niet in die rare veroordelingen over de vriendjespolitiek van Oost-Europese landen. Geen enkel land heeft genoeg buurlanden om daarmee te winnen.”
Stressen. Op internet wordt Maas omschreven als schrijver, journalist, mediacommentator, tv-criticus, (tv)eindredacteur, tv-presentator, juryvoorzitter, dagvoorzitter, discussieleider, spreekstalmeester en columnist. Is deze opsomming compleet? “Eh, ik geloof het wel. Vroeger dacht ik dat het allemaal naar één ding moest leiden: een prachtige roman schrijven. Ik heb me erbij neergelegd dat dat er waarschijnlijk niet van komt; ik heb niet de mentaliteit om me heel lang af te zonderen. Nu heb ik er vrede mee dat ik al die verschillende dingen naast elkaar doe. Het is allang mooi dat ik weet wat ik wil, en dat het ook nog vaak lukt. Dat moet ik mezelf wel vaak voorhouden. Ik kan heel erg zitten stressen als dingen niet lukken. Op die momenten zeg ik tegen mezelf: niet zaniken.”
Zondagskind. Schrijven, spreken, presenteren; alles lijkt Maas makkelijk af te gaan. Ervaart hij dat zelf ook zo? “Grappig dat je dat zegt. Pieter Broertjes, de hoofdredacteur van de Volkskrant, stuurde me vanmorgen nog een SMS’je. ‘Wat ben je toch een zondagskind. Realiseer je je dat wel? Al die aandacht voor je boek en je programma’. Ik realiseer me dat wel, maar zo voelt het niet. Ik heb juist het idee dat ik overal voor gevochten heb. Toen ik met goede resultaten afstudeerde, lag het voor de hand dat ik ging promoveren of voor een goed betaalde baan in het bedrijfsleven zou kiezen. Maar ik wilde schrijven en ben onderaan begonnen. Na mijn studie verdiende ik in het begin helemaal niets. Als ik iets wil, dan moet dat ook gebeuren. Ook al gooi ik daarmee soms mijn eigen glazen in.”
25 jaar. Cornald Maas laat zich makkelijk interviewen, al zit hij meestal zelf als interviewer aan de andere kant van de tafel. Aan het eind van het gesprek komt de journalist in hem boven. ‘Het thema van dit nummer is 25 jaar, hoe plaats je mij hierin? Kan ik je helpen?’ Graag! ‘Hmm, 25 jaar geleden had ik nog een relatie met een vrouw. Mijn eerste en enige vriendin voordat ik ontdekte dat ik op mannen viel. Is dat wat?”
<In kader>Cornald Maas (1962) studeerde Nederlandse Taal- en Letterkunde. In 1986 studeerde hij cum laude af in argumentatietheorie en conversatieanalyse. Als columnist bij de Volkskrant schreef hij de serie ‘Op de helft’, interviews met (bijna) veertigers en de rubriek ‘Trotse ouders’ waarin hij wekelijks vaders & moeders van bekende Nederlanders aan het woord liet. Beide series zijn in boekvorm verschenen. Hij is tevens de schrijver van ‘TV.NL, hoe de televisie mijn leven veranderde’ (2000), het kinderboek ‘Muizemans’ (2001) en ‘Nou en wow! Roem in Nederland’ (2004). Maas heeft het schrijven altijd met werken voor televisie gecombineerd. Hij werkte o.a. als (eind)redacteur voor programma’s als ‘Sonja op zaterdag’, ‘De Schreeuw van de Leeuw’, ‘De Plantage’ en ‘Lopend Vuur’. In 2003 werd hij bekend bij een groter publiek als juryvoorzitter van het Nationaal Songfestival en als commentator van het Eurovisie Songfestival. In 2007 en 2008 schoof hij regelmatig als sidekick bij De Wereld Draait Door aan tafel. Vanaf 2008 presenteert hij het kunst- en cultuurprogramma Opium van de AVRO, het tweede seizoen ging 14 oktober 2009 van start. Najaar 2009 verscheen zijn nieuwste boek ‘Verlies’, deze interviews met veelal bekende Nederlanders over de dood van een dierbare verschenen in eerste instantie in Volkskrant Magazine, later in het blad LINDA. Maas is van plan om zijn gesprekken met kinderen van gescheiden ouders die in Volkskrant Magazine gepubliceerd worden ook in boekvorm uit te brengen.
Topics, november 2009, magazine StarJob, reclamebureau: Campaigns&Results, foto: Hans Peter van Velthoven, tekst: Moniek Moorman
Gerelateerd
|